Veel gehoorde klachten zijn: moeilijk kunnen kauwen, moeilijk praten, slissen, spieren van het gezicht en wangen zijn gevoelig en gevoeligheid van de kaakgewrichten. Heeft u veel problemen en bent u geneigd het oude gebit weer in te doen? Bel dan gerust naar uw tandprotheticus. Hij is er niet alleen om uw nieuwe kunstgebit te maken maar ook om nazorg te verlenen.
Juist in de moeilijke beginperiode moet u niet schromen om een afspraak met uw tandprotheticus te maken om de problemen op te lossen. Hoe sneller u van uw problemen wordt afgeholpen hoe sneller u gewend bent aan uw nieuwe kunstgebit en kunt u er goed mee functioneren.
Pijn
Het nieuwe kunstgebit kan in het begin best pijnlijk zijn. Het zit strakker rond uw kaken en kan op sommige plaatsen vaak te strak zitten. Bij het plaatsen van het gebit is dit vaak niet het geval en gaat u zonder problemen de deur uit. Na enkele dagen kunnen zich pijnklachten voordoen.
Bel dan gerust uw tandprotheticus; hij zal u op korte termijn helpen en u zult zien dat u met een eenvoudige correctie snel van de pijn af bent. Slijp of vijl nooit zelf aan het kunstgebit: dit kan ten koste gaan van de pasvorm. Let er wel op dat u het kunstgebit geruime tijd voordat u naar uw tandprotheticus gaat, weer in de mond doet, anders kan hij niet zien waar de pijnlijke plaats zich bevindt.
Eten
Een van de belangrijkste dingen die u met uw kunstgebit doet is eten. Ook dat doet u in het begin waarschijnlijk wat onwennig en voorzichtig. Voordat uw nieuwe kunstgebit geplaatst wordt, hoeft u geen vla en soep te gaan halen omdat u denkt dat het eten wel moeilijk zal gaan. We gaan ervan uit dat u meteen alles moet proberen.
U ervaart echter zelf het beste wat wel en niet kan. Als u veel problemen ondervindt, neem dan gerust de eerste dagen wat zachter voedsel, maar probeer zo snel mogelijk uw oude eetpatroon weer op te pakken. Wanneer blijkt dat het eten van harder voedsel echt niet goed gaat, kunt u altijd contact opnemen met uw tandprotheticus, zodat hij u hierin kan begeleiden.
Smaak
In het begin kan het voorkomen dat de smaak iets afneemt. Dit zal vaak na korte tijd weer veranderen.
Speeksel
Veel mensen hebben in het begin last van te veel speeksel, “het speeksel loopt me uit de mond”. Of juist te weinig speeksel, “mijn lippen plakken op elkaar.” Dit is een vaak voorkomend probleem dat ook na enige tijd zal verdwijnen.
Spraak
De spraak kan enige tijd gehinderd zijn door het nieuwe kunstgebit. Enkele klanken zoals de S, de T en de D kunnen in het begin problemen geven. Dit is normaal. Meestal gaat het na verloop van enkele dagen veel beter. Zonodig kunt u hardop gaan lezen om ervoor te zorgen dat alles gaat klinken zoals u dat gewend was.
Uiterlijk
Vooral als u in de spiegel kijkt, zult u moeten wennen; de bovenlip kan wat “voller” zijn en het gezicht wat minder ingevallen. Laat u absoluut niet beïnvloeden door “vreemde” reacties van uw omgeving. Alles wat anders is dan het was, wordt door u en uw omgeving in het begin als vreemd gezien.
Pijn aan de kauwspieren
Doordat uw mond met het nieuwe kunstgebit vaak voller is en de kiezen eerder op elkaar komen, moeten ook de spieren aan deze nieuwe manier van bijten wennen. In het begin kan het gebeuren dat u een soort van spierpijn aan de kauwspieren voelt. Dit kan erg vervelend zijn. Toch is het belangrijk het nieuwe kunstgebit te blijven dragen zodat ook de spieren zo snel mogelijk gewend raken aan dit nieuwe kunstgebit.
Als u vanwege alle voorgaande problemen telkens het oude gebit gaat dragen om bijvoorbeeld lekkerder te eten, als u naar familie moet of omdat het even niet lekker zit, zult u nooit wennen aan uw nieuwe gebitsprothese. Houd het nieuwe kunstgebit altijd in. Bel bij problemen uw tandprotheticus. Slijp en vijl nooit zelf aan uw prothese.
De prothese kan verkleuren door nicotine, koffie, thee en wijnaanslag. Spoel uw mond en reinig uw kunstgebit na elke maaltijd met water. U kunt uw kunstgebit het beste reinigen met een zachte (prothese)borstel met vloeibare zeep of een speciaal prothese reinigingsmiddel.
Gebruik dus nooit tandpasta, hier zitten schuurmiddelen in. Gebruik verder nooit heet water en chemische of agressieve reinigingmaterialen, zoals bleek of bruistabletten. Deze materialen kunnen uw gebitsprothese beschadigen en het uiterlijk nadelig beïnvloeden. Bij de drogist of apotheek zijn speciale reinigingsmiddelen, borstels en prothesebakjes te verkrijgen.
Tandsteen
Tandsteen is niets meer dan kalk in uw speeksel dat zich afzet op uw kunstgebit. Dit komt het meest voor aan de binnenzijde van de onderprothese en aan de zijkanten, ter hoogte van de kiezen, bij het bovengebit. Dit tandsteen is erg moeilijk te verwijderen. Een handig trucje is om het kunstgebit een hele nacht lang in een bekertje met pure keukenazijn te leggen. Daarna kunt u het tandsteen proberen weg te borstelen. Gebruik geen andere middelen en ga niet met een mesje aan het kunstgebit krabben. Hiermee beschadigt u de prothese.
U kunt uw tandprotheticus altijd om raad vragen.
Reinigen van de mond
Niet alleen uw kunstgebit moet worden schoongemaakt maar ook het tandvlees van de kaken waar het kunstgebit op rust. Masseer minstens een keer per dag het tandvlees met een zachte tandenborstel. Besteed extra aandacht aan het verhemelte. Als schoonmaakmiddel kunt u het beste een mondmassage middel of lauw water gebruiken. Als u het kunstgebit en het tandvlees niet of onvoldoende reinigt, kunnen irritaties van het slijmvlies ontstaan. Voorkomen is altijd beter dan genezen.
Vindt u het echter vervelend om met een lege mond te slapen, doe dan in ieder geval uw onderprothese uit. Mocht u uit gevoelsoverwegingen toch uw hele kunstgebit dag en nacht willen dragen; laat dan uw mond en gebitsprothese jaarlijks door uw tandprotheticus controleren.
Controle
Om pijn te voorkomen en om loszitten van het kunstgebit tijdig te kunnen constateren, is het aan te bevelen minstens één keer per twee jaar naar uw tandprotheticus te gaan voor controle. Het is verstandig dit advies op te volgen, ook als u geen klachten of problemen heeft. Het slinken van de kaken gaat namelijk zo ongemerkt dat het in eerste instantie niet opvalt. Als u regelmatig teruggaat voor controle, houdt uw tandprotheticus alles voor u in de gaten.
Hij kan uw kunstgebit weer goed passend maken of u op tijd adviseren om een nieuw kunstgebit te laten vervaardigen (meestal tussen de 5 en 10 jaar). Uw kunstgebit slijt immers ook. Uw tandprotheticus controleert of uw mond ook nog goed gezond is. Vooral bij mensen met een slecht passend kunstgebit of bij mensen die hun kunstgebit al vele jaren dragen, kunnen zo ongemerkt mondafwijkingen ontstaan. Ook hier geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Uw tandprotheticus zal u eens in de twee jaar voor controle oproepen.